woensdag 20 februari 2008

Dostum geschorst als stafchef van de commandant leger Afghanistan

De Afghaanse openbare aanklager heeft de militieleider en krijgsheer Abdul Rashid Dostum geschorst uit zijn regeringsfunctie omdat hij niet wil samenwerken in een onderzoek naar een aanval op zijn rivaal Akbar Bai.

Generaal Dostum (1954), die bekendstaat als een van de meest beruchte krijgsheren, bekleedt een post die omschreven wordt als “symbolisch”. Hij is de chef-staf van de legerleider president Hamid Karzai.

Dostum wordt daarnaast algemeen beschouwd als de leider van de Oezbeekse minderheid in Afghanistan.

Hij wordt ervan beschuldigd een aanval te hebben uitgevoerd op het huis van zijn voormalige bondgenoot en rivaal Akbar Bai en zijn familieleden op 3 februari. Hij zou Akbar Bai in gijzeling hebben genomen en hebben geslagen.

Dostum moest meewerken aan een onderzoek, maar kwam niet opdagen. Hierdoor is hij geschorst totdat zijn zaak is afgehandeld. Wanneer Dostum niet meewerkt kan hij worden gearresteerd.

Volgens waarnemers is de situatie kenmerkend voor de macht die krijgsheren hebben. Karzai probeert de krijgsheren aan zich te binden in een poging om het land te stabiliseren.

In het verleden was Dostum een bondgenoot van de Sovjet-Unie die tussen 1979 en 1988 Afghanistan probeerden te bezetten.

Generaal Dostum ontkent betrokken te zijn geweest bij de ontvoering en beweert dat hij via de media heeft vernomen dat hij op non-actief is gezet.

Volgens verslaggevers heeft hij nog steeds veel macht in Afghanistan en beschikt hij over zijn eigen “privĂ©-militie”.

Tijdens de burgeroorlog in de jaren negentig in Afghanistan verwierf hij de reputatie van een meedogenloze militiecommandant.

Hij speelde een belangrijke rol in de verwoesting van een groot deel van de hoofdstad Kabul. Bij gevechten om Kabul vielen duizenden doden.

Dostum werd in 1996 uit Kabul verdreven door de Taliban en hij moest zich terugtrekken naar zijn machtscentrum Mazar-i-Sharif in het noorden van het land. Toen een bondgenoot de zijde van de Taliban koos vluchtte hij naar Turkije.

In het voorjaar van 2001 keerde hij terug naar Afghanistan omdat hij een westelijk front wilde vormen tegen de Taliban.

In 2001 vocht hij met de Noordelijke Alliantie, een verbond van krijgsheren uit het noorden van Afghanistan, aan de kant van de Verenigde Staten toen die de aanval openden op het bewind van de Taliban.

Naar verluidt had hij graag president van Afghanistan willen worden of minister van Defensie. Maar hij kreeg de volgens velen meer symbolische functie van Stafchef van de Commandant der Strijdkrachten Hamid Karzai.

Rashid Dostum
Abdul Rashid Dostum werd geboren in Khvajeh Do Kuh in de provincie Jowzhan in het noorden van Afghanistan. In 1970 ging hij in een gasraffinaderij werken en hield zich bezig met vaksbondswerk.

In 1978 ging hij in het Afghaanse leger en in de jaren tachtig vocht hij aan de kant van de Sovjet-Unie die Afghanistan binnen was gevallen tegen de mujahideen.

In 1992 streed hij zij aan zij met Ahmad Shah Masoud van de Noordelijke Alliantie tegen President Najibullah en tegen Gulbuddin Hekmatyar. Samen namen Massoud en Dostum Kabul in handen.

In 1994 koos Dostum opnieuw een andere zijde in de burgeroorlog. Hij sloot een verbond met Gulbuddin Hekmatyar, en ze belegerden Kabul, deze keer gericht tegen het bewind van Burhanuddin Rabbani en Massoud.

Toen de Taliban in 1996 de hoofdstad Kabul innamen moest hij zich terugtrekken naar zijn bolwerk in de noordelijke stad Mazar-i-Sharif.

Ook binnen zijn militie was er een machtsstrijd en Malik sloot zich aan bij de Taliban om Dostum aft e zetten.

Toen zijn rechterhand en de tweede in het commando Malik in 1997 de kant van de Taliban koos, verliet hij Afghanistan en ging naar Turkije.

Malik veranderde toen weer van zijde, en sloot zich aan bij de Hezb-e Wahdat. Malik leverde duizenden Taliban uit aan de Hezb-e Wahdat, veel daarvan tieners, en naarschatting 6.000 tot 8.000 Talibs verloren door het verraad van Malik hun leven.

Een paar jaar later werd de militie van Malik door de Taliban verslagen en Malik vluchtte naar Iran.

Dostum keerde in april 2001 uit zijn ballingschap in Turkije terug naar Afghanistan omdat Massoud hem had gevraagd een westelijk front te openen in de strijd tegen de Taliban.

In november 2001 ging Dostum nauw samenwerken met Amerikaanse special forces om de Taliban in Afghanistan van de macht te verdrijven.

Hij wordt in verband gebracht met de dood van duizenden gevangen Taliban-strijders in december 2001 in de Slachting bij Sheberghan in de noordelijke provincie Jowzhan.

In maart 2005 werd Dostum benoemd door president Hamid Karzai als stafchef van de Commandant van de Strijdkrachten van Afghanistan, een functie die door Hamid Karzai wordt bekleed.

Deze functie wordt door waarnemers als een symbolisch erebaantje bestempeld.

Sheberghan
Zijn milities worden ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor de slachting van Sheberghan .

Honderden Taliban-krijgsgevangen werden in scheepscontainers vervoerd naar de gevangenis van Sheberghan nadat ze bij de strijd om Kunduz gevangen waren genomen.

Velen vonden de dood door verstikking en overlevenden van de tocht zouden zijn afgeslacht op een veld in de buurt van Sheberghan in de provincie Jowzjan. De tocht van de gevangenen staat bekend als het “Konvooi van de Dood”.

Massagraven met duizenden slachtoffers werden er door de Verenigde Naties ontdekt, maar er werd geen officieel onderzoek ingesteld.

Volgens mensenrechtenorganisaties dient generaal Dostum berecht te worden voor zijn misdaden. Maar door een eventuele vervolging zou de stabiliteit in het noorden van Afghanistan nog meer in gevaar komen omdat hij daar veel invloed heeft.

Aantekening
Ook al voor de val van de regering van Najibullah in 1992 streden verschillende Afghaanse facties in Afghanistan tegen elkaar in een bloedige burgeroorlog, aldus de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.